EN
1

The Enigma of Vast Multiplicity
Aldo van Eyck

Over de presentatie van Aldo van Eyck in 1968


In 1968 heeft bijna niemand de Triennale di Milano, een driejaarlijkse designmanifestatie in Milaan, kunnen zien. In navolging van studenten in Parijs en andere Europese steden, gingen ook in Milaan studenten de straat op om het oude systeem en zijn instituties te dwingen tot verandering. Dat leidde op 30 mei 1968—de openingsdag van de Triennale — tot de bezetting van het gebouw en de vernieling van meerdere presentaties. [c]

De Nederlandse architect Aldo van Eyck werkte aan een presentatie als onderdeel van die Triennale. Op uitnodiging van de curator Giancarlo De Carlo maakte hij een presentatie waarin hij reflecteerde op het overkoepelende thema The Greater Number. De Carlo stelde met het centrale thema de toename van de wereldbevolking, de veroveringen van de moderne wetenschap en de discrepantie tussen westerse overvloed en de armoede in de derde wereld aan de orde. Onder de titel The Enigma of Vast Multiplicity presenteerde Van Eyck een somber beeld van het onvermogen van de maatschappij om met ‘het grote aantal’ om te gaan. [a] “Society — our kind — deals with greater number and the environmental problems it poses like a halfwit with two left hands”, stond op de muur van het paviljoen geschreven.

The Enigma of Vast Multiplicity wordt wel gezien als de meest radicale installatie die Van Eyck ooit gemaakt heeft. Aan de hand van het artikel van Van Eyck in de Harvard Educational Review [b], de plattegrond [c] met een precieze toelichting over hoe de bezoeker zich moest bewegen, waar wat te zien, lezen of horen was, en een aantal foto’s is de installatie te reconstrueren.

Bezoekers moesten zich een weg banen door een bos vol boomstronken om uiteindelijk in een ruimte te komen die was behangen met gebroken spiegels. Gelach was hoorbaar via een geluidsinstallatie. In de ruimte ernaast hingen groot afgedrukte foto’s die lieten zien hoe westerse beschavingen, anders dan traditionele culturen, niet in staat waren om het probleem van de grote getallen op te lossen. Op de wand stond te lezen: ‘Mourn also for all butterflies’ (Rouw ook voor alle vlinders). Verborgen in de laatste cirkelvormige ruimte hing een reeks veelkleurige banieren. Zij brachten een boodschap van hoop: grote verscheidenheid hoeft niet noodzakelijk tot een catastrofe te leiden.

Voor deze enscenering heeft Olivier Goethals, de ruimtelijk ontwerper van I See That I See What You Don’t See, een aantal elementen van een nieuwe interpretatie voorzien. De spiegeling en het bos vormen nu een geheel, waarin de bezoeker zichzelf, anderen en de omgeving gereflecteerd ziet. Het geluid op de achtergrond heeft plaatsgemaakt voor het geluid dat afkomstig is van de studentenprotesten in 1968; een herinterpretatie van de compositie van Luigi Nono door geluidscollectief BMB con. Een vierkant forum biedt ruimte aan gesprekken, reflectie en presentaties. Tot slot zijn de cirkelvormige ruimtes die de plattegronden van 1968 en van 2019 gemeenschappelijk hebben, op elkaar gelegd.