I SEE THAT
I SEE WHAT
YOU DON’T SEE
Het Nieuwe Instituut, Rotterdam
05.10.–29.12.2019
Met de zaklamp van je telefoon kun je de titels van de werken uitlichten.
I See That I See What You Don’t See presenteert een veelzijdig en gelaagd beeld van de relatie die mensen, dieren en landschappen hebben met duisternis. Juist in Nederland — een van de meest verlichte landen ter wereld — is het nog zelden donker. Dat beïnvloedt het welzijn en het gedrag van alle levende organismen.
In de vorm van een kaleidoscopisch landschap bestaande uit een bos, een panorama en een forum voert I See That I See What You Don’t See de bezoeker naar een wereld waar ontwerpers, kunstenaars en onderzoekers de betekenis van overbelichting en duisternis onderzoeken. Design heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de verstoring van het natuurlijk evenwicht, maar kan dan mogelijk ook worden gebruikt om onze relatie met het duister te herstellen.
In de periode van 1 maart tot 1 september 2019 was I See That I See What You Don’t See te zien als de Nederlandse bijdrage aan de XXII Triennale di Milano. Paola Antonelli (senior curator design en architectuur, Museum of Modern Art, New York) formuleerde het overkoepelende thema voor deze editie van de driejaarlijkse design manifestatie. Met Broken Nature, Design Takes on Human Survival richtte Antonelli haar blik op de verbroken relatie tussen mens en aarde. Of de aarde te redden is, betwijfelt ze, maar ontwerp kan een helende werking hebben en zo processen van vernietiging en onthechting ten goede keren.
Om de urgentie van het thema ook buiten de context van de Triennale onder de aandacht te brengen, herneemt Het Nieuwe Instituut de presentatie uit Milaan in een nieuwe enscenering. Die refereert uitdrukkelijk aan een eerdere Triennale presentatie. Voor de editie van 1968 reflecteerde architect Aldo van Eyck op het overkoepelende thema The Greater Number, het vraagstuk van de bevolkingsgroei. Van Eyck ontwierp een uitermate duister paviljoen, zowel in vorm als inhoud. In The Enigma of Vast Multiplicity uitte hij niet alleen zijn zorg over de staat waarin de wereld verkeerde, maar sprak hij de maatschappij en ontwerpers ook aan op de gebrekkige antwoorden die ze hierop gaven.
De presentatie bleef destijds ook letterlijk in het duister. Net als in andere Europese steden gingen in Milaan studenten de straat op om te protesteren tegen het ‘oude systeem’. De Triennale zagen zij als symbool van die klassieke orde. Nog voor de opening vernielden ze presentaties en bezetten zij het gebouw, waarna de Triennale werd gesloten.
In I See That I See What You Don’t See ontmoeten de presentaties van 2019 en 1968 elkaar. De plattegronden zijn in elkaar geschoven om te benadrukken hoe de urgentie van vijftig jaar geleden vandaag nog steeds bestaat en vraagt om radicaal andere benaderingen.
Op weinig plaatsen in de wereld is het zo licht als in Nederland. Dag en nacht. Energie, technologie en datastromen zijn de essentiële brandstoffen geworden voor een 24-uurs productielandschap dat volledig is ingericht op efficiëntie en profijt. Dit rationele landschap lijkt zich weinig aan te trekken van het natuurlijke ritme van dag en nacht, activiteit en rust. Het is ononderbroken in bedrijf waardoor het traditionele onderscheid tussen licht en duisternis er in termen van productiviteit niet meer toe doet. Wie nog eens een heldere sterrenhemel wil zien, zal dat vergezicht elders moeten zoeken.
In deze totaal gecontroleerde, online verbonden wereld waaraan dag in dag uit verder wordt ontworpen, vervagen de grenzen tussen natuur, ecologie, technologie en cultuur. Door de alomtegenwoordigheid van dit rationele en tegelijk bijna onzichtbare landschap te ondervragen, speculeert I See That I See What You Don’t See over de rol van design als een destructieve en mogelijk ook restauratieve kracht.
De presentatie verwijst in haar vorm naar het panorama, dat ooit werd ontworpen om de illusie van een compleet beeld van de wereld te creëren. Die illusie wordt hier verlaten, immers het hedendaagse landschap is gefragmenteerder dan ooit. Eerder creëert het panorama hier een horizon waarop verschillende manieren van kijken geprojecteerd worden, in diorama’s, projecties en soundscapes. Deze onthullen onderzoek, films, performances en geuren ontworpen door de verschillende deelnemers. Ze bieden openingen naar werelden die we over het algemeen niet te zien krijgen of verkiezen niet te zien. Samen geven ze een beeld van de manier waarop de multispecies relatie met de duisternis is ontworpen, en hoe deze eventueel opnieuw ontworpen zou kunnen worden.
COLOPHON
Commissioner
Guus Beumer
(Artistic and General Director,
Het Nieuwe Instituut)
Curatoren
Angela Rui
(Design Curator and Researcher)
Marina Otero Verzier
(Director of Research,
Het Nieuwe Instituut)
Francien van Westrenen
(Head of Agency,
Het Nieuwe Instituut)
Deelnemers
Academy of Urban Astronauts
Aldo van Eyck
BMB con.
Bregtje van der Haak, Jacqueline Hassink, Richard Vijgen, met medewerking van VPRO, Studio Richard Vijgen, Rob Schröder
Danilo Correale met medewerking van Aman Negi (Mumbai), Miguel Lorenzo Uy (Manila), Maurizio Esposito, Vasco Forconi, Luisa Lorenza Corna
Design Academy Eindhoven, 1e jaar, Social Design Master. Project begeleid door Angela Rui met Anastasia Kubrak. Studenten: Alice Bardou, Charly Blödel, Bianca Carague, Roberta Di Cosmo, Coline Declef, Charlelie Flamant, Giulio Fuzzi, Jan-Micha Gamer, Anna Klara Iversen, Anna Jakob, Liana Kuyumcuyan, Coltrane Mcdowell, Matilde Patuelli, Victoria Plasteig, Marta Rioz Piza, Elsa Rambaut, Sam Shamsher, Alina Natalia Słup, Adi Ticho
Leanne Wijnsma, met medewerking van International Flavors and Fragrances
Lucy McRae, met medewerking van Machine Histories (fabrication). Mede mogelijk gemaakt met de financiele ondersteuning van het Museum of Applied Arts and Sciences (Australia)
Marjolijn Dijkman, Toril Johannessen
Research Department, Het Nieuwe Instituut (Marten Kuijpers en Ludo Groen), met medewerking van Johannes Schwartz
Heritage Department, Het Nieuwe Instituut (Suzanne Mulder)
Melvin Moti
Pascal van Hulst, Oscar Peña
Ramon Amaro met medewerking van AmazonPrimeQueen (Victoria McKenzie), DeForrest Brown Jr., Jon Davies (Kepla), Jorge Lucero Diaz, Conrad Moriarty-Cole (performers), Antonio Lara (audio), Carlos Lopes (video direction and editing)
Wineke van Muiswinkel
Design
Olivier Goethals,
ruimtelijke interventie
Rudy Guedj,
grafisch ontwerp en visuals
Art Direction
Maureen Mooren, Het Nieuwe Instituut
Expositie website (iseethat.info)
Rudy Guedj
Robert Milne
Lettertype
Lapidar, Dinamo
Ondersteuning onderzoek
Ania Molenda
Communicatie
Christiane Bosman
Eveline Mulckhuyse
Silvie van Oost,
Het Nieuwe Instituut
Vertaling en redactie
Jack Eden
Gert Staal
Projectleiding
Mark van Veen
Ellen Zoete, Het Nieuwe Instituut
Productie
Leen Brand
Rob Gijsbers
Hans Jansen
Bouwko Landstra
Basile Maree
Koert Verberne